zondag 10 april 2011

Superbloesemrit, maar...




....Herman de Ridder is in z'n carbon Quest niet meer bij te houden. Door mij niet tenminste. Om half 10 vanochtend weggereden. Omdat ik om 1 uur thuis moet zijn mag er flink doorgereden worden. We besluiten een rondje met van alles wat te rijden; Lekdijk, Heuvelrug en een stuk Betuwe. De wind is oost dus richting Kesteren rijden we er tegen in. Als voorrijder probeer ik flink tempo te maken door rond de 38 te blijven rijden. Voorbij Buren suist Herman me met 47 voorbij. Even het gas er op vind ik altijd wel leuk dus ik klamp even aan en ga vervolgens toch weer hoog in de 30 rijden. We moeten immers nog een stuk vandaag. Na Kesteren pakken we de brug over de Lek en komen we in het mekka van de wielrenners; de heuvelrug. Op het terras van het café in Rhenen is het al goed druk met racers die vrijwel allemaal koffie met appelgebak nemen. Hét fietsvoer. Zo wij ook. We hebben weer belangstelling genoeg. Alle vragen moeten weer beantwoord worden (jaaaa, we moeten wel zelf trappen en we gaan hard etc). Tijdens de koffie vraagt Herman zich af waarom ik niet gewoon rond de 47 kon blijven fietsen, windje tegen. Dat is vragen om revanche. We gaan ons daarna begeven in het hol van de leeuw: de defensieweg en het gebied rond de Amerongse berg. Klimmen dus. Niet de specialiteit van onze fietsjes, maar we halen toch nog aardig wat wielrenners in. In Amerongen pak ik de rotonde driekwart en we rijden de Lekdijk op. Nu met wind mee is de 47 makkelijk te bereiken en vrijwel de hele dijk tot Wijk bij Duurstede weet ik die snelheid vast te houden. Als hij me dan toch nog met 53 voorbij scheurt roep ik : is het zo wel goed ? In Beusichem heb ik nog een korte discussie met een automobilist op de pont. Vlak voor de afslag naar de pont kijk ik in mijn spiegel, zie een achteropkomende auto die nog vrij ver weg is. Ik steek mijn hand uit, knipperlicht aan en ga links voorsorteren. Duidelijker kan ik niet zijn. 5 meter verder is de afslag en hij moet ook de pont op maar is woest omdat hij achter mij moets blijven. Vervolgens passeren we als fietsers ook nog eens een hele file auto's en zijn als één van de eersten op de pont en staan netjes in het fietsvak geparkeerd. Als de automobilist de pont op rijdt is hij woest; onze fietsen zijn levensgevaarlijk en we moeten niet denken dat de hele wereld van ons is. Ik stel hem slechts één vraag: wat deed ik fout ? Daar weet hij eigenlijk niks zinnigs op te zeggen en ik laat het verder zo. Na de pont een lekker koud pilsje en door de bloeiende Betuwe naar huis. Mooie rit !

1 opmerking:

Mick zei

Keurig gereageerd Paul!
Maar je mag er wat mij betreft gerust bij in z'n gezicht lachen om te laten blijken dat je niet bang bent voor zulke gasten...

mvg Mick